Kom kleine man, dan draag ik je,
naar de grote wereld toe
Elke dag een beetje meer,
anders wordt je zo snel moe
Geef de dageraad de tijd,
om zich klaar te maken
Voor de dag die aanstonds is,
't wil gauw sluimerend ontwaken
Met je knuistje in mijn hand,
moet je even wennen
En met je oogjes o zo kwiek,
ga je vast verkennen
Al die nieuwe kleurtjes,
de frisse morgen wind
Een tijd van kinderlijk genieten,
waarin je wordt bemind
Ja, gaandeweg naar morgen,
leer je vallend op te staan
zal ik je met liefde dragen,
ja, en met tederheid begaan
Zie ik hoe je oogjes sluiten,
je bent een beetje moe
kom kleine man, dan draag ik je
naar je zachte bedje toe.
© Theresia A. Makatita-Poortman